Organisatie en wereld in 2030

Organisatie en wereld in 2030
  • 6 juli 2020
  • Nina van Klaveren

Het thema dat zowel centraal staat in vele organisaties tijdens de coronacrisis én in het boek van Jo Caudron: een veranderende wereld. De Belg tekende een zogeheten optimistisch masterplan voor de transformatie van business en maatschappij uit, welke in Nederland en in Vlaanderen met applaus werd ontvangen als een handleiding voor na de coronacrisis. Caudron mocht zich ook winnaar noemen van de verkiezing Managementboek van het Jaar 2020. Een kort gesprek met titelhouder én jury.

Jurylid Maaike Vrenken: ‘Wat wil je werkelijk teweegbrengen?’

Het gedurfde verhaal liet de jury knipperen met de ogen, zo valt te lezen in het juryrapport. Dit jaar bestond het panel uit Peter de Roode, Jan Hoogstra, José Otte, Pierre Spaninks, Elly Stroo Cloeck en Maaike Vrenken. Laatstgenoemd jurylid is eigenaar van CX-bureau SPRAKELOOS advies en schreef het boek ‘Kern van de Zaak’. ‘Jo Caudron trok ons moeiteloos mee naar zijn wereld in 2030. Deze auteur schuwt de grote thema’s niet, weet helder te duiden wat er momenteel in de wereld gaande is en smeedt vervolgens een volstrekt authentiek en vooral optimistisch toekomstplan.’
Kortom: een betere wereld binnen handbereik. ‘We hebben behoefte aan een eerste stap. Een plan. Handelen. Klanten hebben net zo’n grote behoefte aan organisaties met een positieve bijdrage als dat de aarde dat heeft.’ Eén van de bredere thema’s in het boek is het belang van leiderschap, bemerkte de jury. Vrenken ziet zelf ook dat organisaties terug naar de kern moeten. ‘Wat wil je werkelijk teweegbrengen en betekenen in het grotere geheel? Wat vraagt om kwetsbaarheid van het niet-weten én de moed om daarvanuit te gaan handelen.’ Caudron beschrijft dat consumenten wereldwijd toe zijn aan een fundamenteel ander model: een economie die is gebaseerd op gebruik en oplossingen, in plaats van op bezit. ‘De tekenen dat wij en de planeet hier behoefte aan hebben zijn er al lang. We hebben laten zien dat we organisaties kunnen neerzetten die hier een antwoord op hebben en die waarde toevoegen. Leiderschap gaat over een groep die sámen iets voor elkaar wil krijgen. Degenen die weten te verbinden, op alle niveaus, zullen ons de toekomst in leiden – dat is mijn stellige overtuiging.’



Jo Caudron: 'Het boek werd gezien als crisishandleiding'

Wat was de aanleiding van het schrijven van dit boek?

Caudron: ‘Al meer dan twee jaar heb ik aan dit boek gewerkt, in eerste instantie doordat ik op zoek was naar een optimistisch beeld voor deze wereld in verandering. ‘De wereld is rond’ gaat in op een maatschappelijke depressie: de vraag of mensen nog oké zijn met hun leven enerzijds en de uitdaging van technologie anderzijds.’

Waarom is het boek nu zo actueel?
‘In het buitenland verscheen het boek de dag voordat de coronacrisis officieel uitbrak. Vervolgens werd het boek vrij snel opgepikt als een handleiding hoe de wereld eruit zou kunnen zien na de crisis. Daar is het niet voor geschreven, maar het bleek bruikbaar. Naast dat ik de uitdagingen van deze tijd analyseerde, probeerde ik een toekomstbeeld te schetsen vanuit het uitgangspunt dat deze toekomst vrijwillig is. Met duidelijke oplossingen van hedendaagse problemen. We zijn ingehaald door het coronavirus.’

Wat is een belangrijk deel van het boek voor jou?
‘Het uitgangspunt van een metastorm. Dat is een samenkomst van diverse stormen die zich al een aantal jaren ontwikkelen en bestaat uit drie delen.
De eerste pijler draait om de toekomst van werk. Zo zijn er nog steeds veel vragen over de invloed van artificial intelligence op het werk, en maken medewerkers zich zorgen over het belang van emotionele intelligentie. De tweede pijler is de toekomst van de fysieke omgeving. De standaard die in veel gebieden nog geldt en uitgaat van een huis met een tuin in een buitengebied, zorgt voor veel discussie. Wat zijn bijvoorbeeld de werkelijke kosten voor het afleveren van een Amazon-pakketje? Moeten we nog zo verder? Het niet leven waar we wonen, winkelen in een andere stad – het lineaire leven – is dat wel duurzaam? De derde pijler slaat hierop. Als we anders gaan werken en daar technologie voor inzetten, is onze mobiliteit van vandaag nog wel nodig?’

Wat is het uitgangspunt van ‘De wereld is rond’?
‘Wanneer je allerlei debatten over verschillende onderwerpen aan elkaar knoopt, krijg je een enorm interessant toekomstbeeld. Technologie zorgt ervoor dat onze wereld verandert, dan krijg je vanzelf een omwenteling. In het boek ben ik echter uitgegaan van een tijdsspanne van tien jaar. Nu is die aanpassing gedwongen. Er staan zoveel bedrijven en consumenten op een kantelpunt. Helemaal terug naar waar we vandaan komen, vóór de coronacrisis, gaat niet gebeuren. […] Neem het voorbeeld van thuiswerken: na 10 maanden gaan medewerkers écht niet voor de zoveelste meeting naar kantoor. Ook zijn de winkels in België sinds kort weer open, maar zie je al na enkele weken dat er een gedragsverandering is doorgevoerd. Mensen kunnen wel winkelen, maar bestellen toch liever online. De corona-lockdown heeft consumenten en bedrijven verplicht om versneld te digitaliseren.’


‘Peak Stuff’
Hieronder een greep uit het hoofdstuk over Peak Stuff. Caudron omschrijft het als een begrip dat weinig mensen kennen en dat is afgeleid van Peak Oil: het moment waarop de maximale hoeveelheid olie kan worden opgehaald, waarna oliewinning voor altijd afneemt. Hij legt een parallel met de economie.

‘Peak Stuff wordt sinds enige tijd in economische kringen gebruikt voor het moment waarop we een maximaal aantal spullen bezitten, waarna het alleen nog vermindert. Ikea heeft in 2016 al aangekondigd dat wat hen betreft dat moment is bereikt, hoewel dat uit de nog steeds toenemende consumptie niet direct als algemene trend blijkt. Toch is er een consensus dat we op een keerpunt staan en dat in de nabije toekomst het aantal spullen dat we individueel gaan bezitten, sterk zal verminderen. […] Een laatste drijvende kracht achter Peak Stuff is de cultuurverandering die we bij de nieuwe generaties beginnen te zien. Zij zijn opgegroeid in een wereld waarin ze de meeste materiële dingen hadden. Mijn kinderen zijn helemaal iet meer verwonderd wanneer er een nieuwe auto komt, een nieuw televisietoestel of iets anders materieels (hoewel de nieuwste smartphone toch nog enige deining kan veroorzaken).
Zou het kunnen dat zij de aanwezigheid van stuff zo normaal vinden dat ze er veel minder om geven? Misschien is dat de drijvende kracht achter de opkomst van experiences, ervaringen, als het summum van beleving. De reden waarom we zonder te verpinken € 500 of meer uitgeven om naar Tomorrowland te gaan, de ultieme festivalbeleving als je van techno houdt. Na die experience is er niets materieels meer over, behalve je foto’s in de cloud, maar dat is uiteraard ook 100% virtueel. Al deze observaties lijken erop te wijzen dat we mogelijk aan het eind gekomen zijn van een economie die alleen nog kan groeien door meer stuff in de markt te zetten. Ik hoor je natuurlijk denken dat dit alleen voor ons geldt, en dat al die opkomende Chinezen, Indiërs en Afrikanen allemaal hun stuff nog willen. Maar er zijn duidelijke aanwijzingen dat dat niet zo oeft te zijn, net zoals met de smartphone, waarbij hele continenten klassieke telefonie hebben overgeslagen om direct geconnecteerd te worden met de hele wereld via de gsm. Hoe groot is de kans dat de opkomende middenklasse in Ethiopië nog cd’s zal kopen? Die is zo goed als nul. Hoe groot is de kans dat de Chinese middenklasse een cash-economie gaat opbouwen? Juist: nul. Het zou dus go d kunnen dat op het moment dat wij in het Westen onze Peak Stuff bereiken en inzien dat we een nieuw economisch groeimodel moeten en kunnen bouwen rond immateriële dingen, de rest van de wereld dit ook al heeft gedaan. Misschien lopen zij zelfs voor en tonen zij ons de weg.’

comments powered by Disqus