RobotFirst #26: Robots leren 'Gronings' voor ouderenzorg

RobotFirst #26: Robots leren 'Gronings' voor ouderenzorg
  • 13 december 2019
  • Redactie

Door de vergrijzing en de stijgende levensverwachting zal het aantal ouderen dat zorg nodig heeft exponentieel toenemen. Dit zal een grote druk leggen op ons zorgsysteem, waar in de toekomst ernstig personeelstekort wordt verwacht. Vandaar dat er vooral in de ouderenzorg al veel geëxperimenteerd wordt met de inzet van technologie ter ondersteuning en ontlasting van het personeel. Voorbeelden zijn zorgrobot Zora of de zeehond Paro. Doel van de inzet van technologie en robotica is ook ouderen te activeren en een langer behoud van autonomie en zelfstandigheid, bijvoorbeeld door inzet van een robot als Tessa die ouderen ondersteunt bij het behouden van een dagelijkse structuur.

Vaak wordt spraaktechnologie toegepast. Spraakherkenning waarmee bijvoorbeeld robots via verbale commando’s kunnen worden bediend en terug kunnen praten, heeft in theorie veel potentieel om techniek toegankelijker te maken voor ouderen. Echter, helaas zijn ouderen in de praktijk nog vaak terughoudend. Tekortkomingen liggen niet alleen in de verstaanbaarheid van de spraak, maar ook in de mate waarin ouderen de technologie accepteren en willen gebruiken. Een belangrijk vraagstuk is daarom hoe spraaktechnologie kan worden verbeterd ten behoeve van een betere aansluiting bij de behoeften van deze doelgroep.

Een andere uitdaging voor ouderenzorg is de toenemende instroom van patiënten die meertalig zijn of van wie Nederlands niet de eerste taal is. Naarmate de leeftijd vordert, kunnen mensen taalverlies ervaren en zich terugtrekken in één taal. Dit is over het algemeen hun eerste taal. Dit kan een vreemde taal zijn, maar voor een grote groep mensen in Nederland is dit een regionale taal (zoals Gronings of Limburgs).

Zorginstellingen spelen hierop in door personeel aan te nemen die de regionale taal of het lokale dialect beheerst. Robots hebben deze gave tot nu toe nog niet. Neem Zora: deze robot spreekt wel Nederlands, maar schakelt voor sommige activiteiten over op Vlaams. Dit kan ervoor zorgen dat de robot minder verstaanbaar is en verwarring creëert bij de oudere. Het is daarom belangrijk te onderzoeken of de verstaanbaarheid van de spraak en de acceptatie van technologische oplossingen kunnen worden verbeterd als de robot de ouderen aanspreekt in hun moedertaal. Dit kan een vreemde taal zijn, maar eveneens een regionale taal. Zijn ouderen comfortabeler met technologie als robots hun eigen taal spreken? Verbetert het gebruik van regionale dialecten in het programmeren van applicaties niet alleen de verstaanbaarheid van de technologie, maar ook de gebruikservaring voor de oudere? Dit zijn belangrijke vragen waar we hopelijk in de komende jaren een antwoord op kunnen geven.

Tekst: Jenny van Doorn, Professor of Services Marketing bij Rijksuniversiteit Groningen.

comments powered by Disqus